GENEVO PRO II

GEBRUIKERS- EN INSTALLATIEHANDLEIDING

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN DE GENEVO PRO II, 'S WERELDS MEEST GEAVANCEERDE RADARDETECTOR!

BELANGRIJKSTE FUNCTIES VAN DE GENEVO PRO II:

De GENEVO PRO II is onze meest geavanceerde (ingebouwde) radardetector, uitgerust met de meest moderne functies. Primair is de PRO II ontworpen om de bestuurder te beschermen tegen onnodige boetes voor te hard rijden, dankzij betrouwbare detectie van:

• Microwave radars (K, Ka)
• MultaRadars CT en CD
• Gatso RT3 en RT4 radars
• Roodlichtcamera's
• Flitspalen
• Trajectcontroles (d.m.v. GPS-database)

Gebruik het apparaat alleen zoals beschreven in de handleiding. Gebruik nooit een beschadigd apparaat!

GEAVANCEERDE FUNCTIES:

• Een magnetisch display, eenvoudig verwijderbaar voor onmiddellijke deactivering van het systeem.
• Bewegingssensor voor contactloze acties. Zet Genevo op ‘Mute’ zonder te zoeken naar de juiste knop.
• Een lichtsensor voor het automatische aanpassing van de helderheid. De display past automatisch de helderheid aan op basis van de hoeveelheid licht in het interieur.
• Geluidssensor in het interieur. De detector past automatisch het volume aan op basis van het geluidsniveau in het voertuig.

WAARSCHUWINGEN:

In het geval van een radarwaarschuwing verschijnt een visuele waarschuwing op het scherm van de GENEVO Pro II. Een stem verwijst naar welk soort radarband is gedetecteerd, en de intensiteit van de (onderbroken) pieptoon drukt de sterkte uit van het ontvangen signaal. Het signaal heeft negen verschillende geluidsniveaus om een indicatie van de afstand uit te drukken. Vaste flitspalen (obv de GPS-database), worden mondeling gemeld. Hetzelfde geldt voor trajectcontroles.

SNELLE HANDLEIDING (Engels):

HOOFDMENU:

INSTELLINGEN GEBRUIKERSINTERFACE:

DISPLAY: de informatie aan de rechterzijde van het display instellen:

• Tijd 24u - Geeft de tijd weer in 24u formaat.
• Voltage - Geeft het batterijvoltage weer.
• Kompas - Geeft de rijrichting weer.
• Tijd AM/PM - Geeft de tijd weer in 12u formaat.

TIJD: Stel de lokale tijdzone in.

OPSTARTGELUID: AAN/UIT

GPS STATUS GELUID: AAN/UIT. Melding van de GPS-verbinding.

WAARSCHUWINGEN: Stel de manier van waarschuwen in.

• STEMGELUID EERST - De detector kondigt eerst de gedetecteerde radarband aan, daarna piept hij om de intensiteit van de melding aan te geven.
• PIEPTOON EERST – De detector begint eerst te piepen, kondigt dan de gedetecteerde band aan en gaat daarna weer door met piepen.
• ALLEEN PIEPTOON – De detector piept alleen, maar meldt niet de gedetecteerde bandtype.

AUTO MUTE: AAN/UIT. Vermindert automatisch het volume van waarschuwingen na 5 seconden.

K WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
KA WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
MD WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
MT WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
G3 WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
G4 WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
PR WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
PH WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
RF WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
DH WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.
LASER WAARSCHUWING: 1-15 - Opties voor het selecteren van verschillende waarschuwingstonen.

• Deze opties stellen u in staat om voor de verschillende radarbanden afzonderlijk een ander waarschuwingsgeluid te kiezen.

AUTO VOLUME: AAN/UIT. Past automatisch het volume aan op basis van het geluid in het voertuig.

BEWEGINGSSENSOR: AAN/UIT

• Selecteer "AAN" om de gevoeligheidsinstellingen van de bewegingssensor te openen:
  GEVOELIGHEID: LAAG/NORMAAL/HOOG

EENHEID: METRISCH/IMPERIAAL

TAAL: ENGELS/ÈESKÝ/NEDERLANDS

UPDATE ALERT: AAN/UIT - Waarschuwt u bij het opstarten wanneer de detectordatabase (firmware) verouderd is.

FABRIEKSRESET: Detector wordt teruggezet naar fabrieksinstellingen.

ALLE GEBRUIKERSINSTELLINGEN VERWIJDEREN: Verwijdert alle opgeslagen persoonlijke gebruikersinstellingen.

UITSLUITING RESET: Verwijdert alle foutmelding locaties (uitsluitingen).

WAARSCHUWINGSINSTELLINGEN:

De aanbevolen instellingen voor de verschillende Europese landen zijn te vinden op: Updates en Support - Aanbevolen instellingen.

RADAR VOOR: AAN/UIT
RADAR ACHTER: AAN/UIT (Alleen inschakelen als uw GENEVO PRO II is uitgerust met een extra radarantenne achter)

GEVOELIGHEID:

• SNELWEG - Maximale gevoeligheid van de detector.
• STAD - Verminderde gevoeligheid. We raden aan de verminderde gevoeligheid alleen te gebruiken in geval van frequente meldingen op een bepaalde radarband (bijvoorbeeld bij het rijden in het buitenland met frequente foutmeldingen op de K-band).
• AUTO STAD - Verandert automatisch de gevoeligheid afhankelijk van de snelheid.

STAD:

• Stelt het limiet van de verminderde gevoeligheid in. (Bijvoorbeeld: als u vaak foutmeldingen krijgt op de K-band met signaalsterkte 2 bij het rijden door de stad, stel dan K2 in. De detector waarschuwt dan niet voor signalen lager dan of gelijk aan de ingestelde intensiteit. UIT schakelt deze band helemaal uit bij de verminderde gevoeligheid modus).
• STAD K LEVEL: 0–9/UIT
• STAD KA LEVEL: 0–9/UIT

AUTO/STAD:

• Deze functie stelt het gevoeligheidslimiet in voor de K- en Ka-banden binnen het snelheidsbereik dat is ingesteld door AUTO/STAD Snelheid (zie AUTO/STAD SNELHEID hieronder)
• AUTO/STAD K LEVEL: 0–9/UIT
• AUTO/STAD KA LEVEL: 0–9/UIT

AUTO/STAD SNELHEID:

• Past de gevoeligheid automatisch aan op uw snelheid. Bijvoorbeeld, wanneer de lagere snelheid is ingesteld op 30 km/u en de hogere snelheid op 50 km/u, zal de detector u niet waarschuwen voor signalen bij snelheden lager dan 30 km/u, bij snelheden van 30-50 km/u zal de detector u waarschuwen volgens de ACITY-instelling, en bij het rijden met snelheden boven 50 km/u zal de detector u automatisch waarschuwen met maximale gevoeligheid.

AUTO/CITY SNELHEIDSLIMIET LAAG: 0-100 KM/H

AUTO/CITY SNELHEIDSLIMIET HOOG: 40-130 KM/H

MIN SNELHEID: UIT/10-130KM/H

• Stelt de minimale snelheid in waarbij de detector begint te waarschuwen voor radars. Bijvoorbeeld, als de minimale snelheid is ingesteld op 20 KM/U, zal de detector pas gaan waarschuwen wanneer deze snelheid wordt overschreden.

RADARANTENNE INSTELLINGEN VOOR:

RADARANTENNE INSTELLINGEN ACHTER:

De volgende instellingen gelden voor zowel de voor- als achter radarantenne (indien geïnstalleerd)

K BAND: SMAL/BREED/UIT

K FILTER: HOOG/LAAG/UIT

KA BAND:

• SMAL – Versmalde Ka-band voor meer specifieke bandconfiguratie en minder foutmeldingen.
• BREED – maakt detectie van de gehele Ka-band mogelijk.
• UIT – schakelt de detectie van de Ka-band uit.

KA BAND 34.0: AAN/UIT

KA BAND 34.3: AAN/UIT

KA BAND 34.7: AAN/UIT

KA BAND 35.5: AAN/UIT

KA FILTER: HOOG/NORMAAL/UIT

MRCD*: AAN/>UIT

MRCT*: SMAL/BREED/UIT

MR FILTER*: HOOG/LAAG/UIT

• Deze optie is alleen beschikbaar wanneer MRCD of MRCT is geactiveerd. Het filtert foutmeldingen van auto's die gebruikmaken van een dodehoekassistent of adaptieve cruisecontrol. Wanneer de MR-filterfunctie actief is wordt de gevoeligheid van de detector voor MRCD/MRCT-radar enigszins verminderd.

GATSO RT3*: AAN/UIT

GATSO RT4*: AAN/UIT

PR: AAN/UIT - Detectie van pulsradars

PD*: AAN/UIT - Detectie van Phodar-radar

REDFLEX (BETA)*: AAN/UIT

LASERDETECTIE: AAN/UIT - Selecteer "AAN" om de aanvullende instellingen van het optionele lasershield te openen.

• *Deze radars kunnen alleen worden gedetecteerd, en zijn dus alleen beschikbaar in het menu, wanneer een GENEVO HDM+ antenne is aangesloten.

LASERSHIELD INSTELLINGEN:

LASERSHIELD: Hiermee kunt u het soort lasershield selecteren:

• LTF - LaserTrack Flare
• ALP - AntiLaser Priority
• FF - GENEVO FF
• OFF - Geen lasershield

PARKEERHULP: AAN/UIT (mogelijk wanneer ALP/FF is geselecteerd).

BESCHERMING: UIT/ALLEEN DETECTIE/0-9S/ONBEPERKT

• Stelt de beschermingstijd van het optionele lasershield in. Met de optie "ALLEEN DETECTIE" wordt u alleen geïnformeerd over lasermetingen door het lasershield. Bij “0-9S” bent u beschermd voor 0 tot en met 9 seconden, afhankelijk van uw keuze en bij “ONBEPERKT” bent u voor onbepaalde tijd beschermd tegen lasermetingen (dit kan echter argwaan veroorzaken bij de politie).

LASER WAARSCHUWING: UIT/GEEN STEM/STEM

• Wanneer ALP is geselecteerd wordt de naam van de laser aangekondigd tijdens de waarschuwing.

GPS-DATABASE WAARSCHUWINGS INSTELLINGEN:

WAARSCHUWINGSAFSTAND: 250m/350m/450m

• Instellen van de afstand wanneer u een waarschuwing krijgt van vaste snelheidscamera's, trajectcontroles, gevaarlijke plekken en uw eigen gekozen GPS-punten. Roodlichtcamera's zijn standaard ingesteld op 250m.

MARGE: -5 km/u tot +15 km/u.

• Instellen van de marge van snelheidsovertredingen zonder dat u een waarschuwing krijgt.

SNELHEIDSCAM: AAN/UIT

TRAJECTCONTROLE: AAN/UIT

ROODLICHTCAM: AAN/UIT

GEVAARLIJKE PLEK: AAN/UIT

GEBRUIKERSLOCATIE: AAN/UIT

VERWIJDEREN VAN FOUTMELDING LOCATIES

• Door tijdens een waarschuwing een willekeurige knop lang ingedrukt te houden wordt de valse alarmlocatie verwijderd.

VOEG UW EIGEN GPS-PUNT TOE:

• Door een willekeurige knop lang ingedrukt te houden voegt u uw eigen GPS-punt toe.

AANVULLENDE INFO

LEGALISATIEFUNCTIE:

Deze functie wordt gebruikt om het apparaat te legaliseren voor gebruik in landen waar radardetectoren verboden zijn. De detector geeft, na activatie van de legalisatiefunctie, geen waarschuwingen meer voor radars en lasers. Alleen uw huidige snelheid wordt weergegeven op het scherm en alle instellingen voor radar- en laserdetectie verdwijnen uit het menu. Bij het betreden van het submenu voor radarinstellingen verschijnt er een melding van de gedeactiveerde functies.

Om de Speedmeter (legalisatiefunctie) te activeren, moet de detector ten eerste aanstaan. Houd de knoppen "Helderheidsregeling" en "gevoeligheid wijzigen" tegelijkertijd 5 seconden ingedrukt. SPEEDMETER 1 verschijnt op het display. Wanneer u de knoppen langer ingedrukt houdt, kunt u een tweede modus SPEEDMETER 2 selecteren, met een klassieke weergave-indeling.

Om de snelheidsmeterfunctie uit te schakelen, is het noodzakelijk om de detector op de gebruikelijke manier bij te werken, daarna zullen alle functies weer volledig functioneel zijn. Voor hulp bij het bijwerken gaat u naar 'DATABASE UPDATE'.

DATABASE UPDATES:

Het wordt aanbevolen om de GPS-database maandelijks bij te werken. De detector kan op twee manieren worden bijgewerkt:

• 1. Eenvoudig online voor Windows en MacOS op: genevoupdate.com
• 2. Door de updater-software, voor Windows OS, te downloaden op: genevo.com/en/updates

Op deze websites vindt u hulp over hoe het updaten werkt en ook een nieuwsbriefformulier, zodat we u op de hoogte kunnen houden wanneer nieuwe updates uitkomen.

GENEVO PRO II AANSLUITSCHEMA:

A) GENEVO PRO II BESTURINGSEENHEID

De besturingseenheid wordt meestal geplaatst in een zekeringenkast, of in een ruimte boven de pedalen, door middel van dubbelzijdige tape. Volg bij het aansluiten van de componenten de markeringen op de bedieningskast. Dit kan allemaal eenvoudig worden gedaan dankzij plug-in connectoren. Let bij het aansluiten van de afzonderlijke accessoires erop dat de stekker waarop u de kabels probeert aan te sluiten overeenkomt met het accessoire. Wanneer deze namelijk niet wordt aangesloten op de juiste plek zal het systeem mogelijk niet goed werken, of zelfs permanent beschadigd raken. Tot slot, plaats de besturingseenheid zo dat de luidspreker erboven genoeg vrije ruimte heeft.

B) DISPLAY

De display wordt in overleg met u op de juiste plek binnenin het interieur geplaatst door middel van dubbelzijdige plakband of magnetische tape. We raden aan het display op een gemakkelijk bereikbare plek te plaatsen.

C) GPS-ANTENNE

Bevestig de GPS-antenne, met behulp van een geschikt bevestigingsmiddel (zoals dubbelzijdige plakband), op het dashboard van het voertuig. Als u de GPS-antenne graag onder het dashboard of de motorkap plaatst, mag de antenne niet bedekt worden door iets van metaal (let dus bijvoorbeeld op voorruiten met een metale coating). U kunt de functionaliteit van de antenne controleren op de display. Als de GPS-pictogram constant brandt, betekent dit dat het naar behoren werkt. Als de GPS-pictogram knippert, betekent dit dat het geen GPS-signaal kan vinden. De eerste keer dat u de antenne in gebruik neemt kan het tot wel 12 minuten duren om het GPS-signaal vast te stellen.

D) LUIDSPREKER

De luidspreken, die u waarschuwt voor gevaar, moet ergens in de beenruimte van de bestuurder of passagier worden geplaatst. Selecteer de locatie van de luidspreker zorgvuldig, zodat de waarschuwingen duidelijk hoorbaar zijn.

E) RADAR ANTENNE HD+ / HDM+

De radarantenne is uiterst gevoelige apparatuur die meerdere soorten politieradars kan detecteren. De juiste installatie is cruciaal voor een goede werking van de detector. De antenne wordt aan de voorkant van de auto gemonteerd, meestal achter de plastic bumper of de gril (voor de radiateur) van het voertuig. Het moet worden geïnstalleerd op een plaats waar de antenne gericht is op de weg voor zich.

Het is ideaal om de antenne in een opening van de bumper te plaatsen, circa 30-50 cm boven de grond. Als u ervoor kiest om de antenne bedekt te monteren, bijvoorbeeld achter de bumper, controleer dan het materiaal waarvan de bumper is gemaakt en of het geen metalen versterking bevat. Sommige soorten plastic kunnen namelijk de sterkte van de radargolven verzwakken en de efficiëntie van de detector verminderen. Monteer de antenne nooit achter metalen delen van het voertuig! Bij het installeren van de antenne kunt u gebruik maken van parkerschroeven op plaatsen waar de moer aan de andere kant kan worden bevestigd, evenals klassieke bouten/moeren. Nadat u een geschikte locatie voor de antenne heeft gevonden en het type schroeven heeft geselecteerd, boort u twee tot vier schroefgaten (wij bevelen aan om de antenne met 4 schroeven te bevestigen). Bevestig eerst de antenne met twee schroeven kruislings tegenover elkaar en draai ze deels vast, monteer vervolgens de andere twee schroeven. Goed om te weten is dat de antennekabel ligt kan worden gebogen.

Bij sommige voertuigen is het raadzaam om de installatie uit te voeren met een speciale ondersteuningsplaat die is inbegrepen in de verpakking. Deze L-vormige plaat is gemaakt van dik staal met voorgeboorde gaten. Schroef eerst de ondersteuningsplaat op de juiste plaats en bevestig vervolgens de antenne aan de plaat. Houd de antenne zo ver mogelijk weg van warmtebronnen, zoals de radiator en airconditioner, zodat hij niet oververhit raakt. Oververhitting zorgt namelijk voor een slechtere werking van de antenne.

F) LASERSHIELD BESTURINGSEENHEID

De besturingseenheid van het lasersysteem moet geïnstalleerd worden in het interieur van het voertuig, onder het dashboard of ergens vergelijkbaar met de GENEVO PRO II-besturingseenheid. Het belangrijkste is dat de besturingseenheid niet in contact mag komen met water. Sluit de voedingskabel aan op de besturingseenheid met behulp van de daarvoor bestemde pinnen. LET OP: In de doos is een 1A zekering aanwezig. Als u een extra zekering nodig heeft, kan deze op de kabels worden geïnstalleerd (dit is niet noodzakelijk).

Nadat de besturingseenheid van het lasersysteem is aangesloten op de GENEVO PRO II-besturingseenheid, sluit u de voorsensoren aan op de 'F' sleuven, en de achtersensoren op de 'R' sleuven. Als u meerdere sensoren gebruikt, sluit deze dan aan op de daarvoor bestemde sleuven.

G) LASERSENSORSEN

Lasersensoren kunnen aan de voorkant (in de grille/boven de bumper), of aan de achterkant van het voertuig worden gemonteerd. Wees extra voorzichtig met de bedrading, sensoren en connectoren. Beschadigingen tijdens de installatie kunnen namelijk de productgarantie ongeldig maken. Om de uitstraling van uw voertuig zo min mogelijk te veranderen, raden wij aan plexiglas ('Perspex') te gebruiken om de sensoren achter te verbergen. Neem voor meer informatie over Perspex-glas contact op met uw distributeur. Gebruik voor het verplaatsen van de bedrading (van de lasersensoren) naar de zekeringkast de originele kabeldoorvoer. Als er niet genoeg ruimte is, moet u een extra gat boren voor de connector en de kabel. Wees opnieuw voorzichtig om de kabels of andere auto-onderdelen niet te beschadigen. Nadat u de kabelinstallatie heeft voltooid, moet u de opening afdichten met siliconen of een ander opvulmiddel om te voorkomen dat water en/of vocht het voertuig binnendringen. Controleer of de kabel lang genoeg is om de gewenste plaats te bereiken. De sensorkabel is 1 m lang en de kabel van de besturingseenheid is 4 m lang. Een lengte van in totaal 5 meter dus. Deze kan verder worden verlengd met nog eens 2,5 meter door middel van een verlengkabel (optioneel accessoire). Bij het verlengen van de kabels moet u krimptape gebruiken in combinatie met een warmtepistool om vochtdichtheid te garanderen.

Plaats de sensoren zodat ze een duidelijk zicht hebben op de weg aan de voor- of achterkant met behulp van de meegeleverde houders en dubbelzijdige tape. Als het nodig is, kunt u de houder buigen in de vereiste positie. Zorg ervoor dat de sensor stevig wordt vastgehouden en bestand is tegen trillingen veroorzaakt door het rijden, terwijl het zich nog steeds in een horizontale voor-/achterwaartse positie bevindt.

AANVULLENDE INFORMATIE:

Wij adviseren dat de installatie van de GENEVO PRO II alleen wordt uitgevoerd door een professioneel installatiebedrijf dat is opgeleid door de fabrikant. Voor informatie over beschikbare installateurs kunt u contact opnemen met uw dealer/distributeur.

Landen met beperkingen bij ingebruikname, of toestemming vereist voor ingebruikname:
AT, BG, CY, DE, DK, EE, ES, FI, FR, GR, IR, IT, LT, LU, LV, MT, NL, PL, PT, SE, SK

Let op: Controleer uw wetgeving alvorens u de radardetector in gebruik neemt.

Wenst u de elektronische apparatuur weg te gooien, neem dan contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.

Gebruik het apparaat alleen in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing. Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is!

CE - CONFORMITEITSVERKLARING

De fabrikant, GENEVO s.r.o., verklaart hierbij dat de GENEVO PRO II-apparatuur voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 2014/53/EU. De volledige conformiteitsverklaring kan hier worden gedownload: www.genevo.com/en/e-pro.pdf

HOMOLIGATIE

GENEVO PRO II heeft een homologatie verkregen voor een type elektrische/elektronische onderdelen met betrekking tot Verordening nr. 10.

TOELICHTENDE OPMERKINGEN: